Sponsorfietstocht Georgië

7e fietsdag: Hoera, we hebben het gehaald!

We hebben het gehaald! Het eindpunt van onze sponsorfietstocht: de hoogste plaats in de Kaukasus die per fiets bereikbaar is: Gudauri. Er ligt er nog wel een ietsjes hoger - Kazbegi - maar die is door lawinegevaar ook deze week niet bereikbaar. Misschien gaat Bas morgen nog kijken hoever hij kan komen.

We hebben de mooiste dag van deze fietstocht door Georgie echt voor het laatst bewaard. Vandaag overtrof alle vorige: de zon bleef ons de hele dag toelachen, het landschap was subliem en de stemming kreeg iets triomfantelijks. Zelfs Koen en Bas, die wel wat gewend zijn, waren van dit Kaukasische landschap onder de indruk,.

Maar ikzelf, oei oei, wat was het zwaar! De weg was een en al stijgen en dalen. Of beter gezegd: meer stijgen dan dalen. Veel steile stukken, want de bruggen over zijriviertjes waren steeds een heel eind tegen de berg aan gebouwd. Daar zat wel een voordeel aan: steeds bleven Koen en Bas wachten op mij - boven op elke brug, waar het uitzicht het mooiste is. En wat heb ik gedronken! En Marsen gegeten. En aardig wat afgehijgd. Door mijn verkoudheid en door de inspanning moest ik alsmaar hoesten. Het kwam van diep. De verkoudheid was een aardig eindje naar beneden gezakt. De longblaasjes waren zeker niet allemaal 100% actief, vandaag. Ook Koen was nog niet 100% met zijn vervelende darminfectie.

Het allermooiste - maar ook moeilijkste - zat in de staart. Die zwiepte flink omhoog,. Dat wil zeggen: we moesten het mooie dal verlaten en ons tegen een forse berg over 11 haarspeldbochten naar boven hijsen. En om het nog spannender te maken speelde af en toe een speels tegenwindje ons in het gezicht. Maar we hebben het gehaald! Iets verder dan halverwege kon ik niet meer en heb mij en mijn fiets ( o schande, o schaamte) door een auto met Georgiers omhoog laten brengen. Koen en Bas kwamen al fietsend hijgend boven aan, helemaal geen acht meer slaand op de sneeuwbergen die links en rechts van de weg lagen.

En zo bereikte we het guesthouse van Gela Borduli in Gudauri. We zitten hier midden tussen de sneeuw: overal verrijzen de duizenders met besneeuwde toppen en hellingen om ons heen. De hoogste berg is de Kazbeg met 5047 meter! Gela onving ons zeer hartelijk (kwam direct met 3 dikke warme jacks aanzetten) en even hartelijk ontving ons de Djosergroep die hier toevallig ook was neergestreken. De mensen waren zeer geinteresseerd in onze verhalen en ook in het project Avondje Uit, waarvan ik nu al dagenlang de T-shirt draag. Ze vonden het een prachtig initiatief. En zo is de cirkel van deze sponsorfietstocht rond!

Voor Avondje-Uit hebben we deze inspannende en ontspannende fietstocht gemaakt (maar ook voor onszelf, hoor). Ik hoop dat u van mijn verslag op deze website hebben genoten. Ik heb er bijna elke dag een uur of zo aan besteed om het in te brengen. Ook hoop ik dat de lezer, die er nog niet toe gekomen is een sponsorbedrag over te maken, dat nu spoorslags zal gaan doen! (Via girorekening 2779162 van de Algemene Hulpdienst Best onder vermelding van ' Sponsorfietstocht Avondje-Uit'). Voor elk klein of groot bedrag ben ik u bijzonder dankbaar!

Tot ziens in Best!

6e fietsdag: Wat een ontvangst! - bij mensen thuis overnachten

Twee pillen maar, een grote zwarte en een kleine witte, en Koen was weer helemaal Koen! Zoals verwacht recupereert hij net zo snel als een Georgier liters wijn kan drinken. Dat zouden we nog gaan ervaren vandaag.

Deze dag brengt de fietstocht ons over de 'Military highroad', de enige weg die de Kaukasus doorkruist, ooit aangelegd door de Russen om de Georgiers te helpen tegen het Turkse gevaar. En nu.... tja, de geschiedenis kan raar lopen. Landschappelijk is deze weg echt een juweel. Steeds hoge besneeuwde bergen lonken om ons heen, naast ons een kletterende rivier die omtstuimig het Kaukische smeltwater afvoert. En diep onder ons soms het stuwmeer waar een oud fort nog net zijn torens boven water kan houden. Primitieve loopbruggen zorgen ervoor dat de dorpelingen met hun koeien ook aan de overkant kunnen grazen.

En deze week, dankzij het lawinegevaar verderop bij de pas, is de weg ook geheel vrachtwagenvrij. Heerlijk fietsen! Midden op de weg. Soms moeten we goed manoevreren om grote kuddes koeien heen (kijk uit voor de kalfjes, die een beetje in paniek dreigen te raken) geleid door herders te paard, cowboys dus, en voorafgegaan door paarden en ezels die de zware lasten dragen. Sjok sjok. Pastorale taferelen. Niks geen militair gedoe.

Plotseling koemen we door de plaats Nataktari! Koen juicht. De afgelopen dagen is hij erg van het Georgische bier gaan houden, en wel het merk...... Nataktari. Dan moet de bierbrouwerij hier zijn! Spontaan besluiten we de bierbrouwerij te gaan bezoeken. Die is snel gevonden. Het is een groot gebouw in felle kleuren blauw en geel geverfd. De gloednieuwe, in de zon glinsterende destileertorens (of hoe zoiets heten mag) steken boven alles uit. Imposant. We tikken op het loket bij de werknemerspoort en proberen duidelijk te maken wat we willen. Jammer, het feest gaat niet door. Maar toen ik zei dat we uit Hollandia komen, ging de portier de directie bellen, Wachten, verwachten. Ja, het mocht! Maar alleen als we de documenten kunnen overleggen. Documenten? Paspoorten? Nee, documenten van de Nederlandse ambassade! Nou, dat is niet zo 1-2-3 geregeld. Hartelijk nemen we afscheid. We weten nu tenminste hoe het moet. Misschien een volgende keer?.

Heel apart zou het onderkomen voor vannacht worden in het nietig dorpje Ananuri aan de rivier, waar we om 18.00 aankomen. We hebben eigenlijk niks geregeld. Hoe kom je dan aan een lekker bedje voor de nacht en voedzaam avondeten? Dat is in Georgie geen enkel probleen. We stoppen bij de enige kruidenierswinkel die Ananuri rijk is en houden onze handen gevouwen tegen het zijwaarts gebogen hoofd. Direct chartert de vrouw achter de toonbank een van de mannen die buiten staan de kletsen en die brengt ons binnen 2 minuten (dat is pas snel!) naar het huis, dat een fantastisch guesthouse zou blijken te zijn

Breed lachend en met uitgestoken armen komt een ouder vrouwke met twinkeloogjes en gehuld in een bloemetjesjurk op ons af. Lea heet ze en ze wil ook direct onze namen weten, waarmee ze ons de hele avond blijft aanspreken. Wij komen uit Hollandia. Prachtig! Sandra Roelofs! en ze steekt een duim in de lucht. Lea is getrouwd met Sardion en het paar is kinderloos (Lea kijkt wat beteuterd).Maar dat bracht haar wel op het idee voorbijtrekkende reizigers te verwelkomen en een flink te verwennen.

Terwijl wij verrukt rondlopen door de fruitboomgaard met een zee van boterbloemen, tovert Lea een heerlijke maaltijd op tafel (wij vroegen alleen maar een kopje thee): brood, kaas (zelfgemaakt van hun enige koe Berella) , thee, perzikenjam (uit eigen boomgaard), eierkoek en.......... een hele grote glazen kan, gevuld met wijn (ook al zelf gemaakt). En kijk, daar komen de appeltjes en de petroesjka (nee, geen Russisch danspoppetje maar peterselie). Dat alles wordt geserveerd op onze eigen terrasje met uitzicht op de frisse tuin, de rivier en de bergen aan de overkant.

Maar voor we iets eten moet er eerst goed geklonken worden! Op de vriendschap tussen Hollandia en Sakartvelo (zo noemen de Georgiers hun eigen land), zegt Lena. ' Gaumarjos!' (= proost, maar letterlijk vertaald: Aan ons de overwinning) en ze giet in 'e'en keer het hele glas wijn achterover. Haar man ook al. Zo doen ze dat in Georgie. Het is rose-achtige wijn, dus het drinkt heerlijk weg. Het wordt erg gezellig, grappen over en weer. Tjonge, jonge wat moeten we vaak klinken! En de wijn werkt uitstekend als spraakwater, ook al verstaat Lena geen woord Engels. We eten, drinken en genieten, bij een Georgische familie thuis. Wat een ontvangst, wat een avond! Georgischer dan dit kunnen we het ons niet voorstellen.........

Leuke verhaaltjes, zomaar tussendoor....

Onderweg naar de Kaukasus stopte een grote bestelauto met sprankelend bronwater op zijn zijkant geschilderd vlak voor onze neus. Pijlsnel stapte de chauffeur uit en stond als volleerde revitailleur te zwaaien met 3 flesjes Borjomi-water. We konden het net uit zijn handen gritsen en stopten onmiddellijk. 'Greg Lemond! Greg Lemond!' riep hij enthousiast en wees naar zijn bestelauto. We waren hem heel dankbaar voor de verfrissing maar snapten er geen sikkepit van. Hij gebaarde met hem mee te komen, Hij opende de achterdeur van de vrachruimte. We verwachten een hele lading Borjomi-flesjes. Maar de ruimte was helemaal leeg, op 'e'en ding na. Een wielrenfiets! En wat was het merk? Daar stond een echte Greg Lemond..... Van verbazing vielen onze monden open en feliciteerden we hem met zo'n kostbaar bezit. Een brede glimlach verscheen om zijn lippen. Tuurlijk wilden wij alles weten van zijn fietshistorie en -plannen. Graag had hij zijn Greg Lemond uitgeladen en was met ons meegefietst, de bergen in. Maar helaas, zaken gaan voor. Pas een kwartier later konden we ons losrukken van deze sympathieke sportvriend.

Schapen, schapen, schapen! Die hebben zelfs op de grote weg voorrang op al het andere verkeer. Over de volle breedte van de weg lopen ze gedwee achter hun voorgangers en de volbepakte ezels aan. We zijn vandaag wel vijf van dergelijke kuddes tegengekomen. Zo'n kudde telt makkelijk duizend schapen of meer. Soms lopen er ook bokken, geiten en ongezadelde paarden tussen. Automobilisten voelen er zich wat ongemakkelijk bij en wachten rustig tot de herders doorgang hebben verschaft. Maar als fietser vind je meestal wel een smal gangetje langs de rand van de weg. Handig balanceren moet je wel kunnen. Als je voorbij wilt, springen ze gewoon opzij. Kostelijk zijn de kleine, trippelende lammetjes van een of enkele weken oud, die het voor hen forse tempo op hun korte smalle pootjes amper kunnen bijhouden. De herders hebben op moeder's rug een opvallende, kleurige strik gebonden. Er mocht eens een lammetje zijn moeder kwijtraken....

Bas is dol op kinky. Poseren voor foto's vindt hij maar niks. Maar als we een huis passeren dat van boven tot onder knalrose geschilderd is, moet er een foto genomen worden met hemzelf er lachend voor. Ook zagen we op een parkeerplaats een 10-meter lange limousine met wel 10 zijdeuren, geheel uitgevoerd in rose. Bas ging er voor door de knieen en nam er een zo bevallig mogelijk houding aan. Klik zei de fotograaf. Zelfs de rose biggen die we zo nu en dan langs de weg tegenkomen vangen zijn aandacht. Niet rose, maar wel opvallend kinky waren de mannen die we op een pauzeplaats zagen achter een restaurantje. Daarbuiten in de stralende zon stonden in een ronde arena met houtsnippers een tiental mannen in blote, gespierde borstkassen te wachten op hun partij. Dan kregen er twee een zwartje hesje aan, zodat ze grip hadden aan mekaar. Ze rukten en rukten, tot er een zijn evenwicht verloor en vakkundig met de rug op de grond werd gewerkt. Wel zeker honderd toeschouwers sloegen het gade. Ze klapten en juichten als een een goede actie zagen. Hier kon Bas echt van genieten! Mooie vrouwen en mannen die fysiek laten zien wie de boventoon voert. Bas is leraar op een VMBO-school. Vandaar!

Weet je waarom in de Kaukasus er zoveel over-de-100-jarige vrouwen zijn? De meeste zelfs ter wereld? Let op, wij hebben het geheim ontrafelt! Het is..... breien! Als je de hooggelegen bergdorpjes nadert zie je langs de weg overal rekken hangen met tientallen, honderden lange gebreide sokken. Elke sok bestaat wel uit tien verschillende kleuren! Ons is verteld dat deze krasse dames de hele dag bezig zijn met het breien van sokken. Het lijkt wel een verslaving. Ze staan ermee op en gaan ermee naar bed. Ze kunnen er niet mee ophouden. Wij zagen ze breien op een bankje, staand voor een toeristenkraampje (jazeker, toeristen zijn dol op deze fleurige warme sokken, vooral in de wintermaanden), en zelfs als ze de weg overstaken tikken de naalden driftig door. Zo blijven deze bejaarde dames nog jaren lang actief en fit. En zullen ze een hoge leeftijd bereiken. Ideetje voor Avondje-Uit?

5e fietsdag: Effe dimme

Vandaag is het effe dimme. Koen en Bas kunnen wel een rustdag gebruiken na de inspannende dag van gisteren. En we troffen het. Een heerlijkzonnetje maakte van Tbilisi een stralende lentedag. Voor het eerst baadden wij ons op een terrasje in de warme zonnestralen. Heerlijk flaneren onder de bomen met lichtgroen bladerdak en langs piepsmalle winkeltjes.

Maar toch weer een apartebelevenis vandaag. Een bezoek aan de dokter was voor Koennamelijk hoogstnoodzakelijk. De eerste dag had hijalbuikkrampen gehad, zo nu en dan. Elke dag werden het er meer en duurden ze langer. Vannacht heeft hij amper geslapen - met een harde buik - en zeven keer het toilet bezocht. Daar moest iets aan worden gedaan, anders konden we de fietstocht verder wel op zijn en onze buik schrijven.

Het vinden van een dokter was nog geen sinecure. Op alle adressen die in de Lonely planet stonden van eerstehulpposten, artsen en hospitaal troffen we nu een grote winkel aan,een afgebroken gebouwof een grote imposante nieuwbouw die nog net niet klaar was. Maar uiteindelijk lukte het ons toch een Medisch Centrum te vinden. Omdat in Georgie nogweinig Engels gesproken wordt, vroegen we onsaf hoe de communicatie met de arts zou verlopen. Ik ging mee en had mijn woordenboekje al opengeslagen bij 'medische zaken'. Maar het zou er heel anders aan toegaan dan wij dachten.

Door de receptioniste werden we gestuurd naar die arts, die het beste Engels sprak en Koen's klachten dus zou kunnen begrijpen en uitleggen wat te doen.Het bleek een chirurg te zijn, die Koen er graagbij wildedoen. Na een vriendelijk welkom moestKoen languit op de bank en werd zijn ingewanden uit en te na betast. De dokternam er alle tijd voor. Zoals voor het hele bezoek. Wel een half uur lang washij met Koen bezig, in perfect Engels.Uitgebreid informeerde hij over de klachten en nog uitgebreider legde hij uit wat hij dacht dat het was (een virale darminfectie), welke medicijnen hij ging voorschrijven, hoe hij die moestinnemen, welk voedsel en welke drank wel en niet goed was (wijn was natuurlijk erg goed! bier absoluut niet).

Ook legde hij uit waar Koen heen moest gaanals de klachten over2 dagen nog niet over waren(een hospitaal voor bacerie-infecties) en wees op de plattegrond aanwaar datwas.De toon was steeds vriendelijk, hij lachte, sprak alseen vader tot zijn zoon, maakte grapjes. Daarna kwam de persoonlijke interesse: wie Koenwas, wat hijin Georgie deed, waar hij heen ging.Dat hijzelf ook vaak naar Gadauri isgegaan. Om te skien, Maar dat hij daar zijn been gebroken had en nu ging duiken in Pulau.Een gedegen consult was naadloos overgegaanin een leuk gesprek vol grappen.Al met al vond Koen dithet uitgebreidste en leuksteconsult dat hij ooit gehad heeft!

Een apotheek was snel gevonden, want - zo had de doktergrinnikend gezegd - drie dingenvind je op elke hoek van de straat in Tbilisi: een restaurant, een bank ($) eneen apotheek.Na de medicijn ingenomen te hebben en een paar sneetjes wit brood met een kopje slappe thee, legde Koen zich op onze kamer te ruste en sliep de slaap der onschuldigen. Met Bas ging ik naar eenkerkentuinwaar uit een 3-metershoog rotsblok water sijpelt. Heilig, geneeskrachtig water, zegt men. Een hele fles daarvan hebben we naast de slapende Koen neergezet.

Koen heeft de reputatie nogal snel te recupereren, dusmorgen zal hij wel weer zo fit zijn als een hoentje! Dankzij de medicijnen en....... het heilige water! (En natuurlijk de kaarsjes die Paula voor ons dagelijks opsteekt. Vooral mee doorgaan, Paula!.)

4e fietsdag: Een erbarmelijk heroische fietstocht

Hoe heroisch en hoe erbarmelijk een fietstocht van 9 uur in de bergen van Georgie kan zijn lees je hier. Vanuit Telavi gaan er maar twee wegen verder. De een is afgesloten wegens wegwerkzaamheden en de andere - door de bergen - wordt sterk afgeraden voor auto's vanwege onbegaanbaarheid. Maar voor fietsers? Na uitgebreid bestuderen van de kaart en navragen bij verschillende mensen wagen we het erop. We, dat betekent Koen en Bas. Voor mij gaat het te steil omhoog naar een pas van 1900 meter; de jongens zouden alsmaar op hun vader moeten wachten. De totale afstand is trouwens 110 kilometer en bovendien ben ik snip- en snipverkouden.

Zodoende zwaai ik Koen en Bas om 9.00 uur uit voor de deur van ons kasteel-guesthouse in Telavi. Zelf stap ik een taxi die mij en mijn fiets over dezelfde weg brengt als we gekomen zijn naar het eindpunt van deze dagtocht: Tbilisi. (De taxirit van meer dan 200 km door een vriend van Vitali duurde 2,5 uur en kostte mij 40 lari = 18,20 euro; de chauffeur kreeg een dikke fooi van 20 lari) We hadden in Tblisi afgesproken op de plek waar het helemaal niet erg is om lang te moeten wachten: de Irish pub.

En daar kwamen ze aan, om 18.00 uur, breed lachend, grijnzend ook, bijna onherkenbaar. Wat zagen ze eruit! Overal dikke plakken en spatten modder op broek, hemd, gezicht en zelfs Koen's bril zat helemaal vol. De fietsen waren bedekt met een dikke laag; de banden twee keer zo dik. Ze vertelden met horten en stoten, maar wel lachend het verhaal van deze dag.

De eerste 10 km door een ravijnachtig dal was wel steil, maar in ieder geval nog verhard. De volgende 70 was het hobbeldebobbel, maar dan erger. Gaten tot 1/2 meter diep overal waar ze reden. Daar moesten ze behoedzaam omheen manoevreren, over de bulten heen. Maar erger was nog de modder. Dikke blubber om doorheen te ploegen. Ze fietsten door een prachtig dal, zeiden ze, dat wel, sterk bebost, grote beuken die hun takken over de weg heen lieten hangen en zo een soort erebogen vormden. Verderop werd het kaler en ruiger. Maar het was wel in de wolken, overal grijs dus. Tot overmaat van ramp begon het ook nog te regenen, van die koude rillerige regen, waar Bas niet tegen kan.

Twee uur lang hebben ze in die regen gefietst, gezweet, geploegd, door plakkende blubber, alsmaar over hoge hobbels en langs diepe gaten. Brrrrrrr. Je moet wel diep gaan om dat vol te houden. Maar er was geen weg terug. Vergelijk het met Parijs-Roubaix, honderd kilometer hobbelende kasseien, maar daar kun je tenminste nog vaart maken. Hier was dat onmogelijk, zelfs niet tijdens het dalen. Door het alsmaar moeten laveren hebben ze wel anderhalf keer de afstand afgelegd. Tjonge jonge.

Op enkele plekken kwamen ze wegwerkers tegen, die hen met open mond stonden aan te gapen. Er waren ook een paar dorpjes, eigenlijk een samenraapsel van oude versleten huizen. Het was niet alleen armoedig maar ook een geweldige rommel en rotzooi. Voor de slechtse indruk van Georgie moet je hier zijn.

Eindelijk, eindelijk, kwamen ze op een stuk verharde weg. Nu schoten ze als raketten vooruit. Het kon niet snel genoeg. En het ging ook nog bergafwaarts, langs een autoweg.

En zo arriveerden ze toch nog v'o'or 18.00 uur in het zonovergoten Tbilisi, bij de Irish Pub, de afgesproken plaats. Pffffff. Uitgeput, maar nog wel fit genoeg om in geuren en kleuren hun verhaal te vertellen. Negen uur fietsen zat erop. En wat voor een negen uur. Het was een erbarmelijke maar zeer heroische tocht! Koen en Bas waren het erover eens: zo'n zwaar traject hebben ze nog nooit eerder gefietst.Ook dat kun je dus beleven in Georgie.

3e fietsdag: Angsten en verrukking

Bas haat fietsen in regen en kou. De 1e fietsdag was voor hem al een lijdensweg. Hij weigert pertinent een regenjack aan te trekken. Wij noemen het 'regenfobie'. Een latijns woord is er nog niet voor. Het is zoiets als pleinvrees en Bas lijdt eraan, net als vele andere mensen. Maar we zitten nu hoog en niet droog in Signaghi. Het giet. Waterstralen kletteren vanuit de dakgoten op de kinderkopjes. Onze planning is strak. Maar Bas wil niet verder. Ai ai. Wat nu? Er zijn geen busjes in Signagi die ons zouden kunnen vervoeren. Maar wel in Tsnori, onder in het dal. Bas overwint zichzelf. We stappen op de fiets naar Tsnori voor een busje. Bas zonder regenjack.

Wat anders een zoevende afdaling zou worden, wordt nu behoedzaam manoeuvreren tussen honderdenwaterplassen (onder een plas kan een diepe kuil schuil gaan). In Tsnorie aangekomen, blijkt geen van de bussen of taxi's in staat te zijn 3 fietsen + 3 fietsers te vervoeren. Wel boven op het dak gestapeld, maar dat vertrouwt Bas niet.Het regent gelukkigal wat minder. Dusbesluitenwe gezamenlijk toch op onze pedalen te stijgen. En daar zouden we geen spijt van krijgen. Al spoedig breekt de zon door, en zelfs de blauwe lucht. De kaarsjes die Paula voor ons opgestoken heeft, beginnen te werken! De druivenstruikjes lijken direct veel hoger, de wegenkuillozer. En in alle dorpjes waar we doorheen fietsen stromen de mensen hun huizen uit, vooral de mannen.

Om de 100 meter zien weeen groepje mannen op een bankje zitten kletsen. En ze juichen ons enthousiast toe. Handen in de lucht, roepen ze allerlei kreten diewijniet verstaan, maar die wel dediverse Georgische variantenvan 'hup hup' zullen zijn. Als ze ons iets vragen, weten we ondertussen dat 'Hollandia' het goede antwoord is.Dan moedigen ze ons extra aan. En als je afstapt. wordt je direct midden in hun kring opgenomen. Ze slaan de armen om je heen en je moet het spelletje domino, dat hier heel populair is, meespelen. Of trick-track. Met de paar zinnen Georgisch die ik geleerd heb, oogst ik veel succes. Heel vermakelijk is het vragen naar de leeftijd; danblijken er net een paar een jaartje ouder of jonger te zijn en dat geeft heelhilarische reacties. En als je zegt dat je Georgie het mooiste land ter wereld vindt, ja dan willen ze je niet meer laten gaan. Het grappige is, dat ik ze niet meer als oudere Georgische mannen zie, maar als mijn leeftijdsgenoten, die toevallig in Georgie geboren zijn

Wat bij de vrouwen de leukste reacties oproept is, als je vraagt hoeveel kleinkinderen ze hebben, hou oud die zijn en hoe ze heten. Nee, een kandidaat voor Avondje-Uit zag ik er niet bij, bij de mannen. Het begrip eenzaamheid bestaat hier in deze dorpjes- geloof ik - niet. misschien wel onder de vrouwen?

Een bezoek aan Georgie is onmogelijk zonder een wijnkelder gezien te hebben. Die vind je met bosjes. Maar geeneen is zo mooi als die van Nunu, ons aanbevolen door onze hospita Nana en haar dochter Nino.De wijnkelders zijn heel anders dan die in Europa. Je ziet in een wijnboerderijop de vloer tientallen ruwe, ronde, platte stenen. Dat blijken deksels te zijn voor de keramische vaten eronder. Daarin zit de wijn te rijpen, intientallenondergrondse vaten - van opeenvolgende jaren. Tegen de achtermuur over de volle breedte is een grote stenen bak waar mannen en vrouwen met hun voeten de druiven staan te pletten. Het sap stroomt er dan via schuine gootjes uit.

Bij Nunu bevindtdeze wijnkelder zich in een apart gebouw middenin een weelderige groene tuin en kunnen groepen bezoekers de Georgische wijn proeven in met wijnranken overgroeide stalletjes. Voor ons had ze nu echter in de wijnkelder zelf een grote brede tafel gedekt voor flessen wijn, brandende kandelaars, koperen siervaten, kunstwerk in glas, brood, kaas en plakjes worst.Wat een romantische opzet! We klinkenen drinken glazen verschillende wijnen.De rode Georgische wijn is veel zoeter dan bij ons en de witte veel sterker. Maar lekker....! Wij zijnde enige bezoekers en krijgen alle aandacht.We moeten onsecht inhouden, want we hebben nog 40 kilometer trappen voor de boeg....

Weer onderweg horen we plots aanhoudend getoeter en zien armen zwaaien door het raam van een auto die met gierende remmen stopt langs de weg. Daar komt Andriesje op ons af, haar man, dochter, moeder en haar Georgische familie. Koen en Bas hadden ze ontmoet op Schiphol en in het vliegtuig en gezellig met hen gekletst. Het wordt een hartelijk, onverwacht weerzien. Wat is Georgie toch klein. Slechts 2 x Nederland. De dochter staat spontaan haar wollen sjaal af, als ze ziet hoe hard ik aan het hoesten ben. Ik heb het flink te pakken, zogezegd. Goedgemutst en -gesjaald fietsen we verder.

Zo arriveren we, klimmend en dalend, in Telavi, de hoofdstad van Kakheti, maar eigenlijk een uit de kluiten gewassen, grootdorp. Het is door alle belevenissen van vandaag en door de afstand al bijna 20.00uur en schemerend donker. Alle guesthouses die in de Lonely Planet staan blijken gesloten of vervallen (mensen vertrokken naar Tbilisi?). Gelukkig hebben we een Georgisch boekwerkje met guesthouses en family houses. Op het einde van een zeer steile straat, tegen de bergen op, ligt het huisje van Vitale en Asmat. Als we binnenkomen weten we niet wat we zien. In een ruime zaal wentelt een statige donkerbruine, essenhouten(?) brede trap met sierlijke spijlenomhoog, alle vloeren hebben spiegelparket in prachtige patronen van donker en licht, de kasten enlampen zijn stijlvol en apart.We krijgen een kamer die je ook makkelijk aan de koningin kunt aanbieden. Een kostbaar Perzisch tapijt siertde muur achter hetkingsize bed, verfijndpleisterwerken een aparte kroonluchter het plafond.

Onze verbazing en opgetogenheid wordt nog groter als Asmat onsook nog een diner aanbiedt,nu's avonds na achten. Ze moet het nog klaarmaken, maar na een half uurgenieten we al van de lekkerste Georgische gerechten. Fantastisch!De voorkant van het huis is eenvoudig, maar van binnen is het als een kasteel en lopen de gastheer Vitali en zijn vrouw over van vriendelijkheid, behulpzaamheid en gastvrijheid.Wat is het toch heerlijk in Georgie te zijn!

2e fietsdag: varkenskoppen en 28 torens

Geen druppeltje regen beroerde ons vandaag. Soms waagde de zon er zich zelf door. Normaal is het hier nu 25-30 graden, nu mogen we blij zijn als we 15 halen. We fietsen door Kakheti, de heuvelachtige wijnstreek van Georgie. Georgie is het eerste land waar een inventieve boer in de 4e eeuw voor Chr. de bereidingswijze van wijn heeft ontdekt. En toen zijn dorpsgenoten ook verrukt werden van het resultaat, ontstond een gigantische wijncultuur. Steeds meer druivenplantage verrezen. Eeuwen later kwam een Fransman op het idee zo'n struikje mee te nemen naar huis. Hij woonde in het Rhonedal. En zo is het gekomen.....

We fietsen tussen de wijngaarden door, maar zienslechts ielige struikjes. Het is nogte koud. Wat we wel in volle wasdom tegenkomen zomaar langs de weg: hele geslachtekoeien, varkens en zelfsgeheel van hun huid ontdane koppen vanvarkens. Mooi spierwit. Ook veel vrouwen die supergrote kaasblokken verkopen, nog heel jong, ook wit en vol gaatjes.Onverwacht voor deze tijd van het jaar: aardbeien! Ze liggen ingrote hopen op schalenen Bas laat heel zo'nschaal in een zak glijden. De vrouw lacht en int haar 5 lari (= 2 euro). De aarbeiensmaken verrukkelijk zoet.

We bezoeken een verlaten burcht- daar heb je er hier nogal wat van - en dwalen inhet binnenhof door een woud van distelstruiken en zien daarboven uit steken:'e'en mooie, dappere, vuurrode klaproos, om door ons vertroeteld te worden. Mooi is dat. Een rustigeweg door typisch Georgische bergdorpjes - slingert omhoog naar Signagi. Wat Volendam, Marken en Giethoorn zijn voor Nederland, is Signagi voor Georgie. Voorbeeldig gerenoveerd zijn de patriciershuizen met fijn bewerkt houten balkons met versierde daken over de heel lengte van het huis, een feestelijk plein waar gevolksdanst wordt, grote stenen platen waarop je kunt zien hoe de wijn hier wordt geoogst, bereid, gedronken en aanbeden..

Maar 't pronkstuk van Signagi is zijnstadsmuur. Maar liefst 4,5 km lang met 28 (!)torens en helemaal intact en beloopbaar. Enwat het bijzondere is: hij ligt voor het grootste deel buiten de stad. Je kunt over de stadsmuur heenlopen en dan kijk je over de ronde kantelen neer op eenbreed diep dal, zeker 600 meter lager, en naar de besneeuwde bergen van Adzerbeidjan aan de overkant.Maar je ziet ook dat de muur een diep komdal omsluit vol bomen en slechts hier en daar een huisje. Hoe kan dat nou? Wie bouwt zo'n enorme muur om een grote ruimte niks? De dochter van onze hospita weet het: Koning Irakli II deed datten behoeve van de mensen in alle omringende dorpen en steden, als tijdelijke verblijfplaats in de oorlogen die hier hebben gewoed. Ook soldaten vonden er een veilig onderkomen. Het moet een edel man geweest zijn, die Irakli en natuurlijk is hijvereeuwigd met een fors standbeeld, gezet op een ros en zwaaiend met zijn.... nee geen zwaard, maar een kruis.

Ons avondmaal gebruiken we in een sfeervol restaurantje, boven op een van de 28 torens, of beter gezegd: ertegenaangebouwd, stevig onderstut met schuine palen. Een soort arendsnest maar dan wel met de heerlijkste Georgische gerechten en een goed glas Georgisch bier. Wat is Georgie toch mooi!

1e fietsdag: Vol ontberingen en geluk

Tjonge, jonge, wat een dag! De eerste dag al van onze fietstocht zou een dag worden vol ontberingen. Maar ook een beetje geluk. En het begon nog zo goed.

Op de fiets hadden we 's morgensde mooiste plekken van Tbilisi verkend, met alstoppunt: de burcht op een hoge heuvel langs de Mtkvari-rivier. De weg erheen vereiste opperste concentratie: meer dan 20% stijging, gladde kinderkopjes en glibberige modder. Maar als je dan hijgend boven komt, ligtheel Tblisi aan je voeten - en aan de andere kant een uitgestrekte botanische tuin vol hoge cypressen tussen het groene bladerdek en overal lichtpaarse seringen. Prachtig. Uit het heuvelkerkje tussen de vestingmuren klonken subtiele,byzantijnsegezangen. Heel mooi.Veel kerkgangers konden er niet in en stondenbuiten te luisteren via luidsprekers. Het was zondag, de topdag voor de diep-religieuze Georgiers.

Weer beneden hielp de vrouw vaneen piepklein broodjeswinketlje ons bij de keuze uit detientallen soorten gevulde broodjes. Onze fietsenoogstten veel belangstelling bij jong en oud. E'en man bleef eigenaardig langom de fietsen heenlopen, onderzoekend turen - naar de derailleurs, remmen en het licht. Toen weeen praatje met hem maakte -hij sprak geen woord Engels - bleek hijeen langeafstand fietser - tot Syrie en in gedachte al in Amerika. Graagwilde hij ons v'o'orfietsenop de moeilijke weg Tblisi uit, zei hij. En na 20 minuten washij terug van huis in vol wielerornaat en een puik fietsje. Tot aan de Airport heeft hij met ons meegefietsten daar stopte hij om onder een boom ons trotsenkele kleinoden uit zijn fietstas te laten zien, gewikkeld in doeken: twee houten drieluiken met religieuze taferelen, helemaal zelf uitgesneden. Prachtig. Hartelijk namen we afscheid van Djamar en fietsen verder de heuvels in, tussen groene weiden, grazende koeien en skeletten van fabriekgebouwen.

En toen gebeurde het....... Na een heuvel van 10 %. Eerst zachtjes, druppelsgewijs, daarna aanhoudend. Donkere wolken goten zich leeg, de een na de andere. Doorweekt beklommen we dehellingen; met toegeknepen ogen daalden we tegen de snijdende wind omlaag.Koen en Bas stoptenop elke heuveltop, waar steevast een bushokje of politiepost stond om eventjes te schuilen, wachtend op John, die zich met een op zijn 64-jarige leeftijd aangepast tempo naar boven hees. Na 50 km bereikten we eindelijk onze plaats van bestemming. Hehe.

Door dichte mist, waterplassen ontwijkend, kwamen we bij onsgetipte guesthouse.Maar het zogenaamde'guesthouse' bleek een somber hotel in de puurste sovjetstijl. Spartaans en heel basic. Tergend langzaam namhet enige personeelslid van dit hotel, een oudere dame, onze paspoortgegevens over. Wij stonden te popelen. Onderweg hadden we ons opgemonterd met de gedachte aan een heerlijk warme douche. Maar in het hele hotel was geen douche te bekennen, zelfs geen koude. Voor de persoonlijke verzorging was er een koude, kale, gemeenschappelijketoiletruimte met twee WC's van het type 'gat in de grond'. We kregen een donkerbruine pijplade-kamer waarin tegen elke wand twee bedden stonden opgesteld.We hadden geen keus en we waren kliedernat en het was koud. De verwarming in de kamer had het waarschijnlijk jaren geleden voor het laatst gedaan.

Toch vonden we een listige oplossing voor het vochtigheids- en temparatuurprobleem. Alle natte kleren uitgetrokken en dan opwarmen onder de dekens, met dikke kousen aan de voeten en handen.Mmmmmmm. Het lukte wonderbaarlijk goed! Het waren heerlijke, dikke, warmedekbedden. We begonnen er schik in te krijgen. Sommige mensen worden juist vrolijk in benarde stuaties. En kijk, daar kwam de vriendelijke oude dame al een gloeikacheltje brengen. Gezellig gloeide het roosterwerk op en maakte ons kamertje warmer en knusser.

We kregen trek in eten.Toen we het dametje vroegen om een restaurant noemde zeeen plaats, 20 km verderop. Maar we hadden geluk! Het plaatselijk Albert Heijntje bevond zichslechts 50 meter van ons vandaan en was open. En dat op de zondagavond om 7 uur! We pakten de lekkerste blikjes sardientjes, het verste brood,de dikste worst en een flink groot pak multidrink. Ze hadden er zelfs plastic bordjes, messen en lepels. En zo genotenwe - met z'n drieen op de grond zittend naast het gloeikacheltje,tussen de bedden -van een naar omstandigheden vorstelijke maaltijd. Blij waren we met de handigeoplossing die we gevonden hadden om indoorweekte schoenendie winkel te bereiken. Gewoon nieuwe droge sokken,daaromheen plastic boterhammenzakjes en dan in de sandalen.Wie half doorweekt is, moet slim zijn!

De rest van de avond vermaakte Bas zich met een spannenend boek, terwijl Koen en John niet ophielden met vader-zoonverhalen over de wederwaardigheden van het afgelopen jaar.Het werd nog een gezellige avond. Om 11 uur doken we definitief onder onzedekbedden om te genieten van een weldadige nachtrust. Tjonge, jonge, wat een dag!