4e fietsdag: Een erbarmelijk heroische fietstocht
Hoe heroisch en hoe erbarmelijk een fietstocht van 9 uur in de bergen van Georgie kan zijn lees je hier. Vanuit Telavi gaan er maar twee wegen verder. De een is afgesloten wegens wegwerkzaamheden en de andere - door de bergen - wordt sterk afgeraden voor auto's vanwege onbegaanbaarheid. Maar voor fietsers? Na uitgebreid bestuderen van de kaart en navragen bij verschillende mensen wagen we het erop. We, dat betekent Koen en Bas. Voor mij gaat het te steil omhoog naar een pas van 1900 meter; de jongens zouden alsmaar op hun vader moeten wachten. De totale afstand is trouwens 110 kilometer en bovendien ben ik snip- en snipverkouden.
Zodoende zwaai ik Koen en Bas om 9.00 uur uit voor de deur van ons kasteel-guesthouse in Telavi. Zelf stap ik een taxi die mij en mijn fiets over dezelfde weg brengt als we gekomen zijn naar het eindpunt van deze dagtocht: Tbilisi. (De taxirit van meer dan 200 km door een vriend van Vitali duurde 2,5 uur en kostte mij 40 lari = 18,20 euro; de chauffeur kreeg een dikke fooi van 20 lari) We hadden in Tblisi afgesproken op de plek waar het helemaal niet erg is om lang te moeten wachten: de Irish pub.
En daar kwamen ze aan, om 18.00 uur, breed lachend, grijnzend ook, bijna onherkenbaar. Wat zagen ze eruit! Overal dikke plakken en spatten modder op broek, hemd, gezicht en zelfs Koen's bril zat helemaal vol. De fietsen waren bedekt met een dikke laag; de banden twee keer zo dik. Ze vertelden met horten en stoten, maar wel lachend het verhaal van deze dag.
De eerste 10 km door een ravijnachtig dal was wel steil, maar in ieder geval nog verhard. De volgende 70 was het hobbeldebobbel, maar dan erger. Gaten tot 1/2 meter diep overal waar ze reden. Daar moesten ze behoedzaam omheen manoevreren, over de bulten heen. Maar erger was nog de modder. Dikke blubber om doorheen te ploegen. Ze fietsten door een prachtig dal, zeiden ze, dat wel, sterk bebost, grote beuken die hun takken over de weg heen lieten hangen en zo een soort erebogen vormden. Verderop werd het kaler en ruiger. Maar het was wel in de wolken, overal grijs dus. Tot overmaat van ramp begon het ook nog te regenen, van die koude rillerige regen, waar Bas niet tegen kan.
Twee uur lang hebben ze in die regen gefietst, gezweet, geploegd, door plakkende blubber, alsmaar over hoge hobbels en langs diepe gaten. Brrrrrrr. Je moet wel diep gaan om dat vol te houden. Maar er was geen weg terug. Vergelijk het met Parijs-Roubaix, honderd kilometer hobbelende kasseien, maar daar kun je tenminste nog vaart maken. Hier was dat onmogelijk, zelfs niet tijdens het dalen. Door het alsmaar moeten laveren hebben ze wel anderhalf keer de afstand afgelegd. Tjonge jonge.
Op enkele plekken kwamen ze wegwerkers tegen, die hen met open mond stonden aan te gapen. Er waren ook een paar dorpjes, eigenlijk een samenraapsel van oude versleten huizen. Het was niet alleen armoedig maar ook een geweldige rommel en rotzooi. Voor de slechtse indruk van Georgie moet je hier zijn.
Eindelijk, eindelijk, kwamen ze op een stuk verharde weg. Nu schoten ze als raketten vooruit. Het kon niet snel genoeg. En het ging ook nog bergafwaarts, langs een autoweg.
En zo arriveerden ze toch nog v'o'or 18.00 uur in het zonovergoten Tbilisi, bij de Irish Pub, de afgesproken plaats. Pffffff. Uitgeput, maar nog wel fit genoeg om in geuren en kleuren hun verhaal te vertellen. Negen uur fietsen zat erop. En wat voor een negen uur. Het was een erbarmelijke maar zeer heroische tocht! Koen en Bas waren het erover eens: zo'n zwaar traject hebben ze nog nooit eerder gefietst.Ook dat kun je dus beleven in Georgie.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}